Toonhoogte

Toonhoogte

De namen die we voor de toonhoogte gebruken komen uit het alfabet. Namelijk A, B, C, D, E, F en G. Na de G komt opnieuw de A, B, C enzovoort. Dezelfdeletter kan dus vaker op de notenbalk staan. Alleen hoe hoger de noot op de notenbalk staat, hoe hoger de toon. Hij klinkt dus hoger. 

 

TUSSEN en OP de lijntjes

Zoals we al hebben uitgelegd, kunnen de noten OP en TUSSEN de lijntjes staan. 

Om te onthouden welke noten nu OP de lijntjes staan en welke TUSSEN de lijntjes, kun je een ezelsbruggetje gebruiken.


Voor de noten die OP de lijntjes staan gebruik je dit ezelsbruggetje:

De letters van de noten OP de lijntjes zijn F, A, C en E. Die vormen het engelse woord FACE.

 

Voor de noten die TUSSEN de lijntjes staan gebruik je dit ezelsbruggetje:

De letters van de noten TUSSEN de lijntjes zijn E, G, B, D en F. Als elke letter een woord maakt kun je zinnetjes maken die makkelijk te onthouden zijn, zoals:

Een Goede Boer Die Fietst

Eet Geen Bananen Dom Fruit